Pas op de plaats (eerste helft 1999) 

Wie iets naast zich neerlegt, heeft kans dat het hem optilt.
*
Het leven is als de afwas: Je vergeet de pan en controleert het deksel.
*
Niemand laat heftiger sporen achter dan wie verdwaalt.
*
Over veel grenzen moet men nog nakaarten.
*
Welk een profijt van gemak als je het niet beseft.
*
Als de druk wegvalt, vloeit de champagne.
*
De spiegel ziet niet naar het uiterlijk, hij spuugt nooit een mens uit.
*
Zich teveel buigen over de zin van het bestaan is een ongezonde houding.
*
Pronk met het begrip dat u krijgt, het staat u wel.
*
Woorden vallen wat zwaar vandaag: Ik houd het bij de letter.
*
Als voorproever ben je je eigen criticus.
*
Bestaan uit wensen is geen bestaan.
*
Tot de preventieven behoren ook zij die rampen zien aankomen.
*
Dansen is pas op de plaats.
*
Wat niet origineel is, staat niet op gezocht.
*
Travelling light is de zwaarste weg.
* 
Wie zich drukt, neemt de druk weg.
*
In andermans droom willen passen is armoede.
*
De zon mag mij nemen: wij hebben de juiste afstand.
*
Aan de hoogte van laagvliegers komt de doorsnee mens niet toe. 
*
Wie niet sterk uit de verf komt, had zich beter moeten roeren.
*
Overvloedige warmte wekt weerzin.
*
Als je je genot verlegt, moeten de verlangens volgen.
*
Kom niet om in de wenken van uw denken.
*
Het leven bevreemdt ook hen die ervan profiteren.
*
Een hardloper de vrije loop laten, houdt wat voor hem in.
*
Voor wie aanraken een verlangen is, is elk moment een vrijplaats.
*
Je hervindt je adem als je erachter bent. 
*
Hoe dwaas de Oudheid soms ook was, ze schittert er nu mee.
*
Het subtiele is als vernis, haar glans verbazing.
* 
Wie de dans ontspringt, bedenkt nauwelijks waar hij terecht komt.
*
Mooie meisjes trekken aan en uit.
*
Topless voegt toe.
*
Wie in zichzelf spreekt, kan versprekingen bijleggen.
*
No problems zegt dat ze latent aanwezig zijn.
*
Voor de wissel ben je op het rangeerterrein.
* 
Waar je zacht tegen bomen spreekt, fluisteren ze mee.
*
Wie zichzelf controleert, wordt schade-expert of reparateur.
*
Breng uw gedachten niet daar, waar u ze moeilijk kunt regelen.
*
Blijf een vraagteken voor hen die je niet als antwoord zien.
*
Mensen zijn geen goden: de reden van hun onvrede.
*
Als je niet in je geluk past, ben je overgelukkig.
*
Een leven als een droog stuk brood is ook een beleg. 
*
Een mens vat je samen door hem eerst te ontleden.
*
In een hamvraag moet je je niet vastbijten, lik je vingers er bij af.
*
Als scheidsrechter moet je fluitend door het leven gaan.
*
Pas als de eenden ons voederen, geloof ik in hun vriendschap.
* 
Raadselen zijn te ontzenuwen of werken op de zenuwen.
*
Mystiek laat klimmen wie wil klimmen
*
Eenvoud bergt een veelvoud aan deugden onder zijn kap.
*
Hoeveel bruikbaars gaat er in het slijpsel verloren?
*
Bij een schone ziener is het de vraag of het van binnenuit komt.
*
Wie niet in de puree wil zitten, moet tomaten negeren.

© copyright: Erven Gys Miedema