De rand van dit bestaan
Een zwerfsteen bestemming geven is niet misplaatst. * Als bestemming een vraag is, wil je niet misplaatst worden. * Trek werkt kosteloos als vooraf. * Naar wie over het hoofd wordt gezien, moet je omkijken. * Bij gekscheren komt er meer kleur op het schuim. * De ene laag verweert zich beter dan de andere. * De meeste sokkels zijn sukkels in wat ze dragen. * Wie veel pit heeft moet veel rot afstoten. * Ik hoef gelukkig nooit in te vallen voor een andere aforist. * Als je teveel tegen bomen aankijkt, worden ze lucht voor je. * Populair én rijk blijft hij die zijn geluksdubbeltje af en toe uitleent. * Als mensen kiezen door wie ze gekozen worden, zijn ze overgelukkig. * De meeste predikanten zijn mij teveel binnenhuisarchitecten. * Als chaos mij vreemd was, overmande die toestand mij. * Buitenissigheid gaat ten onrechte voor originaliteit door. * Sommigen schilderen zaken zo negatief af, dat er geen afdruk meer van te maken is. * Als het leven in remsporen blijft steken, noem je dat depressie. * De rand van dit bestaan leert je je handen uit te gaan strekken. * Pas als je hoop op hoop gooit, behoor je tot de kansrijken. * Houd je ogen even gesloten, dan blijft er een stukje hemel. * Pas op met wonderen, ze zijn onderhevig aan je gemoed. * Hij trok zo hard aan zijn bestaan dat hij bij niets stilstond. * Als je nooit hoeft te tanken, herken je geen leegte. * Fouten maken zegt niets over de af te leggen weg. * Er zijn pagina’s die als de pen met schrijven begint, zich vergrijpen aan de letters. * Een zinnig woord eindigt in dit land nooit met een z. * Wanneer je nooit tevreden bent, aanbid je het puntje op de i. * Wie nooit overtreedt, weet ook niet binnen welke begrenzing hij moet blijven. * Het zal je maar je laatste haar op je hoofd spijten. * Met een waakzaam oog bedoelt men beide. * Je moet van je blijdschap leven, ook al is het een karig maal. * Angst wordt opgewekt. * Als de beste verdediging wegrennen is, wees dan wel getraind. * Wie het slechtst van daad is, slikt minder van de ander. * Staar u niet blind op waar een ander veel zicht op heeft. * Wie slecht is in rekenen, taalt er niet naar. * Als je dagen schaduwrijk zijn, moet je uitzinnig zijn van weinig zon. * Kreten bevestigen de leemtes in de taal. * Opgeruimde mensen kunnen zich slordigheid permitteren. * Sommigen nemen pas een blad voor de mond, als ze geluid doorlaten. * Elke dwaas heeft een staartje waar hij plat op gaat. * Wie hoger spreekt dan zijn beschaving, wacht een onttroning. * De grootste zeges zijn geschenken. * Waar een mens naar uitkijkt, is hem niet aan te zien. * Waar mijn geloof in mensen op strandt, is dat ze niet in mij geloven. * Met wat je huizenhoog maakt, beneem je ook een ander het uitzicht. * Geen beter strijdmiddel dan dat je ontwapend bent. * Een echo zit nooit in de put. * Alleen rijke vluchtelingen hebben landingsrechten. * Slikken of stikken is geen leven. * Het is moeilijk te berekenen wat u voor een fles water in de Sahara overheeft. * Verwanten zien eerder de gans dan de glans in u. * Zoek het in uw zwakte niet bij sterken: zij hebben het te druk sterk te blijven. * Mollen die al te diep wroeten, sterven daar. * Een droom die een nachtlang duurt, maakt je bekaf. * Waar de herinnering kans krijgt te vervagen, komt de toekomst in beeld. * Wie de verleiding die de pen geeft weerstaat, is gezegend. * Het vijfde wiel aan de wagen is het stuur, daar kom je wel achter. * Gezelligheid krikt op, zodat je met vier lekke banden kunt rijden. * Wie veel overweegt, zet zijn zinnen op zijn eigen gewicht. * Omdat mensen niet kunnen dragen wat ze van zichzelf vragen, zijn ze ongelukkig. * Popart kon niet zonder zwart, zo kunnen wij niet zonder gekleurden. * Het zwakke stapelt en wankelt. * Wat je najaagt, is in je gelegd. * Laat je niet inpakken door mensen die geen surprise van je willen maken. * Vrees God wanneer uw staartje begint te groeien. * Lofprijzen is je ziel versieren én laten versieren. * Hij was op haar gebrand, zij kwam in de vlammen om. * Ik ben voor de zon geboren, daarom geeft de maan mij glans. * Als Friesland feest viert, breekt men eerst de hoofdstad af. * Over je gewicht ben je nooit dik tevreden. * Wat je tegemoet komt, moet jij in beweging zetten. * Vrees voor je Schepper is wel vertaald de angst die de duivel je influistert. * Godvrezend zijn moet je dikwijls over wegen. * De wachttijd die de muze geeft, duurt en laat zich gelden. * Als je op iets valt, doet pijn genot. * Wie met één cent gelukkig is, heeft dat bezit op de bank staan. * Missers bij missers is raak. * Als je gewicht je niet aanstaat, moet je de ruimte in. * Als je achtergrond je voorgrond wordt, ga je niet voor je grond. * Ga niet ergens voor door waar je ziel niet naar luistert. * Men roept je na als je geen naam hebt. * Wie iemand steeds laat raden, maakt hem radeloos. * Een pakkende uitspraak raakt licht. * Wat zitting in je leven neemt, neemt niet genoegen met een staanplaats. * Genadeloos zijn gedachten die sterk zijn. * Als je niet kunt stoppen, wordt je tot staan gebracht. * Draag zorg voor je geluk, voed niet de schijn. * Vreugde heeft een te kleine oplage. * Vaak wordt om tranen gelachen om even een andere bedding te geven. * Wie het hele gezelschap voor zich wint, is innemend of inhalig. * Als je bananen recht denkt, staan je gedachten krom. * Gebondenheid maakt het leven onsamenhangend. * Yucca’s steken als herinnering aan de stam. * Wat je voor de slaap nalaat, is niet meer in te halen. * Aapte Darwin na? * Wie mij lucht geeft, laat mij ademloos genieten. * Wat je het best kunt volgen, heeft de slechtste kwaliteit. * Wie dakloos is, wordt niet door de blote hemel gekleed. * Wie suiker noch zout mag toevoegen, wordt dat ingepeperd. * Wie dubbel ziet, ziet half zo goed. * Werk met de zon samen, laat zware luchten zuchten. * Vertel mensen niet wie ze zijn, als ze het amper zelf weten. * Verlicht een doorgang, voor wie er met alle geweld door wil. * Geluk kent grenzen, schik u erin. * In de lift is de ruimte klein, de kans op promotie groot. * Het is de perfectionist zijn geluk, dat zijn pogingen deels mislukken. * Als men alleen mijn naam betaalt, reken mij dan tot de naamlozen. * Matig uw verlangen ten gunste van uw eer. * Een klein kind geef je geen muziekinstrument: het is er één. * Van welke hoek je de wereld ook bekijkt, scheefgroei is niet recht. * Is God het eerste exemplaar van het Boek wel overhandigd? * Vergelijk gaat op wanneer u een trede lager gaat staan. * Val niet op grote mensen, ken ze daarvoor te lang. * In de regel schrijft men te breeduit. * Deel niet met iemand kaarten die zegt dat hij niet op winst uit is. * Uit de pas lopen is in het gebied van de Einzelgänger treden. * Waar ogen niet rijp voor zijn, vallen de pupillen als knikkers uit de lucht. * Als men meewarig glimlacht om iemand, is men zelf de dwaas. * Ogen hebben kost en inwoning. * Ga niet met iemand in zee, als je weet dat hij als meer al overloopt. * Stijl past zich moeilijk aan. * Vergrijp u niet aan het kind dat u bent. * Als je verstand door je hart spreekt, krijgt het een hartelijk woordje mee. * Bij het leven één groot doel schiet je zoveel kleine voorbij. * Probeer geen woorden in te sluiten, ze zouden je omsingelen. * Bestonden iemands gedachten alleen maar uit wat hij toeliet. * Als je het woord voegt bij de daad, ontstaat er een helling. * Sommigen hebben de teevee op schoot: schattig hè? * Soms is een gedachte een overloper, sluit hem buiten als je hem herkent. * In vele vormen van vrede zijn tegenstellingen niet al te vredig. * Als je het ergens niet mee eens bent, moet je eens nee zeggen. * Het halve leven draait om interpretatie, daar beweegt men molens mee. * Als je je hoofd voor alles omdraait, raak je in de knoop. * Er zijn zoveel beugels die niet door andere kunnen. * Als je de uitbater eruit flikkert, heb je kans op een baantje. * Er gaan veel mensen mee in een vloed waarin ze niet bruisen. * Liefde is de joint van het leven. * Streng zijn tegen jezelf mag alleen, als je de zaak meester bent. * Wie slaaf van één gebod is, overtreedt vele anderen. * Inspiratie bij hoog en bij laag ondermijnt het heilige midden. * Wie op spiritualiteit afglijdt, overschat zijn krachten. * Wie het leven moe is, wordt nergens door opgewekt. * Het venster van blinden is het licht van hun andere zintuigen. * Ik word liever niet bekeken door de ogen van blinden. * Als het water zich opdringt, moet je als een dijk gaan staan. * Als het Woord onze daad werd, bestond er geen geloof. * Heb je tien punten tegen, dan vraagt scoren moed. * Waar je van bent afgeleid, wordt je naar toe geleid. * Een winter lang moet je je hoofd koel houden om de voortdurende herfst te trotseren. * De toon geeft de nood aan. * Een oprechte en begane koning kroont zijn onderdanen. * Tegen een bon zeg je niet bonbon. * Van kletsmajoors zijn er hele legers. * Het grootste verlies van het leven is het leven. * David is het profiel voor een ieder die weet dat hij meer dan één renteloos voorschot geniet. * Wie met schaduwen een gebouw wil meten, gelieve de zon de meetlat te geven. * Wie een definitie van verdriet geeft, schiet er vol van. * Het beste wapen is het woord, het wordt ook het snelst ingeslikt. * Elke hemel heeft plaats voor zijn zielen. * Een boom bladert in mij op zoek naar een idee. * Er loopt niet een rode draad onder een ieder door, die deel van het circus uitmaakt. * Waaghalzen zijn meesters in het sprongetje om de dans te ontspringen. * Je longen leveren meer lucht, als je van ze houdt. |